Geschiedenis

Een geschiedenis van een ras dat misschien wel de zwaarste strijd heeft moeten leveren van de nu nog levende en bekende hondenrassen.

De Inuithond overleeft al eeuwenlang één van de meest extreme weersomstandigheden ter wereld, dat in het Arctische gebied van Canada. Mede dankzij zijn dikke, volle en dichte vacht, een scherp jachtinstinct en grote jachtvaardigheden heeft hij weten te overleven en groeide uit tot een gewaardeerde metgezel van de Inuit. Met zijn staande oren, weelderige over de rug gekrulde staart begroet een gezonde krachtig gebouwde Canadian Eskimodog zijn bezoekers. De Inuitdog wordt vaak bestempeld als een wilde agressieve hond.

De Inuithond is pas echt gelukkig en tevreden als hij hard moet werken voor de kost, het liefst onder extreme omstandigheden. Hij heeft “de wil om te werken” en is ongelooflijk sterk. Hij is in staat om tweemaal zijn eigen lichaamsgewicht meer dan 70 kilometer per dag te trekken. Deze kwaliteiten maakt hem tot één van de grootste hondenrassen van Canada en misschien wel ter wereld.

De Inuitdog heeft een sterk immuunsysteem, is intelligent en heeft een fenomenaal geheugen. Hij is relatief eenvoudig op te voeden tot een loyale metgezel.

De honden leefden duizenden jaren op een menu van vooral vis. Studies hebben aangetoond dat omega-3 vetzuren het neurologische functioneren, zicht en het cardiovasculaire systeem positief beïnvloeden. Zijn grote trekkracht, duurzaamheid, en geheugen zouden aan dit traditionele dieet kunnen worden toegeschreven. Vandaag de dag ontdekt de mens steeds meer positieve kwaliteiten van deze vetzuren.

Begin jaren ’70 van de vorige eeuw leek het erop dat dit prachtige ras de 21ste eeuw niet meer te zien zou krijgen. Bill Carpenter zei toen; “Als het een wilde diersoort was, zou de gehele wereld in paniek zijn geraakt”.

Zo’n 4.000 jaar geleden, arriveerden de eerste honden in het Noordpoolgebied. Het waren afstammelingen van de Amerikaanse wolf. Met de, als nomaden levende, Inuit trokken zij ‘s winters hun zware sleden, in de zomer werden ze bepakt en bezakt met rugzakken. In de lente werden ze ingezet om de ademgaten van zeehonden op te sporen en het gehele jaar door werd het kamp beschermd tegen de bedreiging van ijsberen. Op bevel dreven deze intelligente honden kariboe en muskusossen bijeen.

In het Noordpoolgebied zegt men: ”A hunter without dogs is half a hunter.” In koude nachten werden ze de tenten binnengehaald om als kachel te dienen voor ouderen, vrouwen en kinderen. Zelfs na hun dood waren ze nog nuttig, het bont werd gebruikt om de parka’s mee af te zetten, vooral de kraag van de reuen waren bijzonder gewild.

De Inuitdog heeft zijn sporen ruimschoots verdiend tijdens diverse ontdekkingsreizen en wetenschappelijke expedities in het Noorden van Canada en andere Arctische en zelfs Antarctische gebieden. Het ras heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de migratie van de Thule-Inuit cultuur.

Door een sterke selectie binnen de eigen roedel stapte hij de 20ste eeuw binnen als een van de taaiste en sterkste diersoorten ter wereld. Opgerold als wolbalen worden ze ’s-winters wakker onder een verse laag sneeuw. Legendes vertellen dat zij dagenlang achtereen, zonder eten, grote zware sleden trokken, de weg terugvonden in voor mensenverblindende jachtsneeuw. Het “werkpaard” van het Noordpoolgebied bereikte in de

jaren ’20 een populatie van rond 40.000. Rond die tijd, concludeerden wetenschappers, dat de Inuithond de enige overlevende was van de 17 inheemse gedomesticeerde rassen die het continent ooit rijk is geweest. In zijn schrijven van 1920 “Dogs of the American Aborigines” bracht Allen de Inuithond onder in een afzonderlijke groep, terwijl de overige 16 rassen werden ondergebracht in twee groepen.